Het kost je ongeveer 6 minuten om dit artikel te lezen

Officieel was gisteren de laatste dag van het interactive-gedeelte hier op South by Southwest. Officieus gaat de conferentie echter gewoon door. Mijn agenda is vandaag in ieder geval voller dan vol met 5 presentaties achter elkaar. Allemaal in het Marriott, dus planningstechnisch moet dat lukken.

Einde van het open internet

Ik denk: laten we lekker luchtig beginnen en aanschuiven bij een activistisch verhaal over de staat van het open internet in het tijdperk Trump. Volgens Quincy Larson, oprichter en eigenaar van freeCodeCamp, bestaat het open internet eigenlijk niet meer en dat is slecht nieuws. Met name voor startups.

Grote telecomaanbieders (partijen die de infrastructuur voor het internet mogelijk maken) en grote technologiebedrijven (de Googles en Facebooks van deze wereld) domineren het internet en maken er één groot monopolie van. Zo is 56% van de huishoudens in de VS aangewezen op telecomaanbieder Comcast voor hun toegang tot het wereld wijde web en gaat 85% van al het Amerikaanse advertentiebudget vandaag de dag naar Google en Facebook.

Quincy Larson at SXSW 2017

Dit is vooral nadelig voor startups, zegt Larson. Deze bedrijven kunnen onmogelijk om de telecomaanbieders en “walled gardens” van Google en Facebook heen en dat is duur. Problematisch, want startups hebben weinig geld. Ik snap Larson’s punt en kan me ook behoorlijk boos maken om de genoemde monopolievorming. Toch denk ik niet dat we er omheen kunnen. Hoe vervelend ook, we zullen ermee moeten dealen.

Dat laat professor Tim Wu ook zien in zijn boek The Master Switch. De onontkoombare cyclus ziet er als volgt uit:

  1. Een technologie wordt ontdekt / uitgevonden.
  2. Hobbyisten gaan ermee aan de slag en vergroten de populariteit ervan.
  3. Corporaties vercommercialiseren het.
  4. Vervolgens misleiden zij overheden die hen toestaan monopolies te vormen.

Ik trek al snel de paralel met oliebedrijven (zie ook mijn verslag van dag 2). En hoe vervelend het ook is om een hoop geld af te moeten rekenen aan de pomp, echt boos maken we ons volgens mij niet meer. Ik vraag Larson waarom we dat dan wel doen als het gaat om het web. Volgens hem heeft dit vooral met de leeftijd van het internet te maken. Het is allemaal nog vrij nieuw, waardoor we ons ook nog steeds druk maken en niet volkomen apathisch zijn.

De superkracht van verhalen

Enigszins lam geslagen loop ik samen met mede-Nederlanders-in-Austin Hans Schepers en Angelique van de Wiel naar salon E. Hier mag Christopher Graves, oprichter en voorzitter van het Ogilvy Center for Behavioral Science, ons weer een beetje opbeuren. En dat doet hij. Wat een fantastische verhalenverteller is deze man. Nog voordat zijn sessie echt is begonnen, heeft hij de honderden toeschouwers al aan zijn lippen hangen.

Christopher Graves at SXSW 2017

Graves begint zijn verhaal in 1848. Dat is het jaar waarin spoorwegvoorman Phineas Gage per ongeluk een enorme ijzeren staaf door zijn schedel en hersens heen jaagt. Gage overleeft het ongeluk, maar is daarna een ander mens en kan eigenlijk geen rationele beslissingen meer nemen. Zijn ongeluk houdt neurowetenschappers tot op de dag van vandaag bezig. Zo deed Baba Shiv, marketingprofessor aan de universiteit van Stanford en specialist op het gebied van de neuro-economie, onderzoek dat laat zien dat slechts 5% van onze beslissingen rationeel zijn en 95% is gebaseerd op emotie.

Dat is op zich geen punt. Het wordt lastig als mensen wordt gevraagd om hun beslissing toe te lichten. Een emotionele beslissing is namelijk niet rationeel uit te leggen. “Hoe meer bewijslast je voor een bepaald standpunt aanvoert, hoe bozer je mensen maakt,” zegt Graves.

  1. Meer feiten leiden – in tegenstelling tot wat je misschien verwacht – juist tot meer polarisatie. Bewijs voor de opwarming van de aarde bijvoorbeeld, leidt er bij non believers niet toe dat ze gaan geloven dat global warming een serieus probleem is. In plaats daarvan zullen ze juist gaan geloven dat er een enorm complot tegen hun gelijk gaande is. Mensen worden niet dichterbij elkaar gebracht. Ze worden juist verder uit elkaar gedreven.
  2. Een mythe herhalen, zorgt ervoor dat we erin gaan geloven. Hoe vaker we horen dat Travis Kalanick een ongelofelijke eikel is en dat zijn bedrijf super slecht voor haar medewerkers zorgt, hoe meer we geloven dat Uber de duivel is. We kijken niet naar de feiten, maar gaan af op wat we regelmatig horen.
  3. Het is ongelofelijk lastig om ons ongelijk toe te geven. Dit komt doordat we onze identiteit verbinden aan de standpunten die we innemen. We zijn wat we denken. Als iemand vertelt dat we ongelijk hebben, is dat een directe aanval op onze identiteit. Wil je mensen overtuigen van een bepaald standpunt, dan zul je hun standpunt eerst moeten losweken van hun identiteit.
  4. Verhalen zijn een fantastisch middel om dat voor elkaar te krijgen. Toch onderschatten we de kracht van verhalen om gedachten te veranderen en mensen te beïnvloeden nog steeds enorm.

“Fictie helpt ons om nieuwe ideeën te adopteren,” zegt Graves (zie ook mijn verslag van dag 4). De kracht zit hem vooral in wat hij narrative transportation noemt; door via de ogen van een ander naar een bepaald standpunt te kijken, kun je gemakkelijk meegevoerd worden naar een nieuw standpunt. Om te laten zien hoe dit werkt laat Graves een (vrij lange) commercial van Expedia zien. We zien een traditionele, Amerikaanse vader (inclusief cowboy hoed) die onderweg is naar de bruiloft van zijn lesbische dochter. De man maakt letterlijk een reis van het ene standpunt (“Dit is niet wat we voor onze dochter in gedachten hadden.”) naar het andere (“We zien dat ze enorm gelukkig is en haar vrouw is onderdeel van onze familie.”).

Hoe het komt dat verhalen zo goed werken, werd per ongeluk ontdekt door Giacomo Rizzolatti. De Italiaanse onderzoeker keek naar de hersenactiviteit van apen als ze gevoerd werden. Toen de apen een medewerker van Rizzolatti zagen eten, vertoonde hun hersenen dezelfde activiteit als wanneer ze zelf aten. Een goed vertelt verhaal zorgt ervoor dat onze hersenen het verhaal tot realiteit maken. We kopiëren delen van het verhaal in ons hoofd en kunnen op een gegeven moment zelfs voorspellen welke richting het verhaal op gaat.

De sleutel tot succes is zo concreet mogelijk zijn. “Haat is een abstract begrip,” zegt Graves, “Daar kunnen maar weinig mensen zich iets bij voorstellen. Maar als je zegt dat iemand kwaad met zijn vuist op tafel slaat, zie je dat meteen voor je in jouw hoofd. En omdat jij het je kunt voorstellen wordt het geloofwaardig.”

De geboorte van een hacker

De sessie over commerciële mini-satellietjes valt een beetje tegen. Het verhaal met de titel The Creation of a Hacker is weer erg interessant. Het beeld dat we van hackers hebben is – mede dankzij de serie Mr. Robot – behoorlijk geromantiseerd. In ons hoofd zijn het ultra slimme jongens en meisjes die grote corporaties ontwrichten, terwijl ze in hun donkere hoodies naar punkrock luisteren. De realiteit is echter een stuk minder romantisch en misschien veel enger, vertelt Adam Tyler. Dankzij een grijs mutsje en een slobberig shirt ziet Tyler er zelf ook uit als een prototype hacker. Doordeweeks loopt hij echter strak in het pak bij het Londense CSID rond waar hij Chief Innovation Officer is.

Tyler vertelt dat alle grote hacks van de afgelopen periode zijn gepleegd door piepjonge hackers. Xbox & Playstation waren het slachtoffer van een DDoS-aanval gepleegd door een 18-jarige. Target werd aangevallen door iemand van 25. En degene die TalkTalk hackte, de gegevens van 160 duizend klanten stal en € 73 miljoen aan schade veroorzaakte was nog maar 16. Hoe kan het dat deze mensen zo jong zijn? Waarom hacken ze? En hoe kan het dat ze er zo succesvol in zijn?

Adam Tyler at SXSW 2017

Volgens Tyler begint het redelijk onschuldig. Jonge gamers gaan via Google op zoek naar manieren om andere spelers uit een spelletje Call of Duty te gooien. Tijdens een live demo laat hij zien hoe dit in z’n werk gaat. “Kick off other Call of Duty players,” toetst hij in Google in. Via de zoekresultaten komt hij in no time op het Multi Player Game Hacking (MPGH) forum terecht.

Hier vindt hij (of de gamer / aspirant-hacker) allerlei informatie over keyloggers (tooltjes die iedere aanslag op een toetsenbord registreren), YouTube-video’s over booters (een manier om DDoS-aanvallen uit te voeren) en een link naar de website ipstresser.com. Wat begon als een manier om te cheaten tijdens het gamen verandert al snel in een verleidelijk aanbod van allerlei goedkope Netflix-accounts te kopen of manieren om zelf gegevens te stelen.

Zo biedt de website hackforums.net niet alleen accounts van videodiensten aan, maar ook hacking tuturials die jou leren hoe je zelf MySQL injecties kunt uitvoeren. Het zogenaamde dark net is niet zo donker meer volgens Tyler. Sterker nog een groot gedeelte van het dark net, dat alleen bereikbaar zou zijn via de Tor-browser die anonimiteit garandeert, wordt gewoon geïndexeerd door Google en dus gewoon via de zoekmachine te bereiken.

Het is dus wel heel makkelijk voor jonge jongens en meisjes om van cheatende gamer te evolueren naar hacker. Je tegen dit soort hacks beschermen kan volgens Tyler op 3 manieren:

  1. Zorg dat jij je software altijd up to date houdt. Doe je dat niet dan laat je ramen en deuren openstaan waardoor hackers gemakkelijk naar binnen kunnen.
  2. Kies een uniek wachtwoord voor elke service. Als het forum van jouw sportclub wordt gehackt lijkt dat niet zo ernstig. Behalve dat de hackers met jouw gebruikersnaam en wachtwoord meteen proberen toegang te krijgen tot Amazon, Netflix, Paypal, Uber, enzovoort.
  3. Weet wat er gebeurt met jouw data. Vertrouwen op antivirussoftware is onvoldoende. Snap de risico’s en wees voorzichtig.

Ready, or not…

Als afsluiter van de dag ga ik luisteren naar één van de helden uit mijn jeugd. Wyclef Jean, voormalig voorman van The Fugees, komt iets vertellen over een samenwerking met Shazam. De augmented reality app die de muzikant en het technologiebedrijf hebben ontwikkeld, zal me eerlijk gezegd een worst wezen. Ik wil gewoon even horen wat de legendarische Wyclef te vertellen heeft, zien hoe de beste man er in real life uitziet en – als het even kan – met hem op de foto. Check! We kunnen weer naar huis.

Wyclef Jean at SXSW 2017

Uitgelichte afbeelding: Jochem Koole, licentie: CC BY