Er is iets goed mis met Lacie Pound. Ze is namelijk overdreven aardig. De hele dag door. Tegen iedereen. Met een geforceerde nep glimlach huppelt ze over straat, bestelt ze haar latte en facetimet ze met vriendinnen.
Aardig zijn moet, want elke interactie die Lacie met iemand heeft, wordt na afloop door de ander beoordeeld. En elke beoordeling telt mee voor de door haar zo fel begeerde 5 star rating, waarmee ze allerlei perks voor zichzelf verdient. Fake it till you make it, dus.
Gelukkig bestaat Lacie niet echt. Ze is bedacht door Charlie Brooker de scriptschrijver van Nosedive, aflevering 1 van het derde Black Mirror-seizoen. “Everyone is a little bit tightened and false,” zegt Brooker, “Because everyone is terrified of being marked down. (…) So, it’s basically the world we live in (today).”
Beoordelen maar…
Ik snap Brooker wel. Het beoordelen van producten en diensten is heel gewoon:
– “Hoe blij bent u met het espressoapparaat dat u bij ons kocht?”
– “Hoe was uw vlucht met onze maatschappij?”
– “Hoe beoordeelt u onze nieuwsbrief?”
Maar steeds vaker moeten ook de mensen die ons een dienst hebben verleend, eraan geloven:
– “Hoe beoordeelt u onze servicemedewerker?”
– “Wat vindt u van deze taxichauffeur?”
– “Of de gastvrouw van het door u gehuurde appartement?”
Na een transactie wordt je gevraagd om een beoordeling te geven. Vanuit een app of e-mailtje selecteer je razendsnel een aantal hele of halve sterretjes. Je drukt op een smiley, schrijft eventueel een paar regels commentaar en verzendt je beoordeling. Zo simpel is het.
Als we een product of dienst geleverd krijgen, is het niet zo vreemd dat de leverancier (of tussenpartij) wil weten of we hierover tevreden zijn. Je zou het zelfs service kunnen noemen.
In Nosedive worden echter niet alleen transacties beoordeeld (zoals de caffè latte die Lacie bestelt), maar ook interacties. Zo krijgt Lacie een negatieve beoordeling, als ze per ongeluk tegen iemand aanloopt op straat. En ook het ietwat verhitte gesprekje met een medewerker van een busbedrijf kost haar punten.
Dit soort ‘real life ratings’ kennen wij gelukkig nog niet. Althans, niet in de fysieke wereld. Online, op social media, worden interacties volop beoordeeld. De duimpjes, hartjes en smileys vliegen je er letterlijk om de oren.
We beoordelen niet alleen, we veroordelen ook steeds vaker. We vinden dan niet alleen iets van het bericht dat iemand heeft geplaatst, maar verbinden daar ook consequenties aan. We gaan het ineens hebben over ‘wij’ en ‘zij’, verbreken digitale vriendschappen of doen allerlei andere gekke dingen. Met dat veroordelen moeten we voorzichtig zijn, vind ik.
Verpakking vs. inhoud
Als ik praat over het vakgebied waarin ik veel werk, zeg ik altijd: “Communicatie en marketing zijn gespecialiseerd in de verpakking, maar de inhoud moet ergens anders vandaan komen.” En zo is het eigenlijk met alle communicatie-uitingen; ze zijn het zichtbare resultaat van een onzichtbaar proces. Er zit dus vaak veel meer achter een berichtje op social media dan je in eerste instantie ziet. Dat kan trots zijn, maar ook verdriet, schaamte of boosheid.
Tuurlijk. Het is lastig om geen oordeel te vellen over hetgeen je ziet. Sterker nog; het is een beetje het idee achter social media en de reactiemogelijkheid die populaire platformen je bieden. Misschien is het soms alleen verstandig om iets langer over een reactie na te denken, iets te negeren of ergens je mond over te houden. Hoe je ook (niet) reageert, bedenk je dat mensen soms fouten maken.
Of, zoals Bernadette Jiwa het onlangs zei toen ze te gast was in de Six Pixels of Separation podcast: “Humans are flawed.” Mensen maken nu eenmaal fouten. Dat is wat ons mens maakt en onderscheidt van robots. “No amount of data can safe you from the fact that you’re human.” Laten we alsjeblieft mensen blijven en niet veranderen in robotachtige Lacie Pounds die de hele dag bang zijn om per ongeluk verkeerde dingen te doen of te zeggen…
Uitgelichte afbeelding: Jochem Koole, licentie: CC BY
Hi Jochem, bedankt voor dit stuk. Ik heb de Black Mirror ook gezien, het heeft mij enorm aan het denken gezet. Ik vond die aflevering die je hierboven best heftig maar gaf mij ook het inzicht, dat we er met z’n allen aan meedoen. Ik stelde mezelf laatst de vragen: “Waarom like ik dit? Vind ik het echt mooi of doe ik het omdat ik die persoon mag? Of omdat degene mij ook weleens liked? Waarom denk ik er zo over positief/negatief?” Het gaat best ver. We oordelen en veroordelen, dat is iets menselijks. Maar de kunst is om er bewust bij stil te staan dat je dat doet. 9 van de 10 keer ga je dan anders denken, dan je eerste ingeving. Wij weten namelijk niet met welke intentie iemand iets schrijft of zegt. Het kan veel dieper zitten, dan dat we zien of lezen. Maar kijk eens naar het gedrag van jongeren. Ik volg een aantal jongeren tussen de 10 en 20 jaar op instagram en YouTube om te observeren hoe zij met social en de social media druk omgaan. En een tijdje geleden kwam ik dit stuk tegen en heb dit ook met een paar vriendinnen gedeeld die kinderen hebben, van die leeftijd. Veel ouders hebben no clue wat zich op social zich afspeelt. Bij deze het artikel uit de NRC: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/11/21/waarom-een-goede-instagram-tag-zo-belangrijk-is-voor-tieners-14149143-a1582061
P.s. Ik lees jouw nieuwsbrief erg graag, keep up the good work!
Dank voor je reactie en complimenten Marrigt!
Het NRC-artikel waar je naar verwijst, is volgens mij een enorm waardevolle aanvulling en misschien zelfs een soort bevestiging van mijn gedachtespinsels. Toen ik het stuk las, verbaasde ik me over de enorme druk die we (of tieners in dit geval) elkaar (onbewust) online opleggen. 9 comments achter moeten laten op iedere (onbenullige) post om te laten zien dat je iemand aardig vindt… Dat is toch echt zonde van je tijd!? Of nagelbijtend zitten wachten tot jij ergens in iemands oog getagd wordt. Daar wordt je toch ook doodongelukkig van!?
De tijd zal het allemaal wel leren, maar ik hoop dat we hier een gezonde modus in gaan vinden en dat technologiebedrijven en beheerders van platformen daar ook hun verantwoordelijkheid in gaan nemen. Desnoods via wet- en regelgevers. Maar dat is misschien weer een hele andere discussie…